CEL
De formule CEL geeft informatie wat in de verwijzing speelt.
Het geeft informatie over de opmaak, locatie of de inhoud.
Toepassing
=CEL(infotype;[verwijzing])
- Infotype: De soort informatie dat je wilt laten weergeven.
“adres”: Aangegeven op welke positie de cel te vinden is, dit wordt met tekst weergegeven.
“kolom”: Het kolomnummer van de opgegeven verwijzing.
“kleur”: Als de verwijzing opmaak voor negatieve waarde bevat wordt er een 1 weergegeven, anders een 0.
“inhoud”: De inhoud van de verwijzing.
“bestandsnaam”: Het volledige pad van het Excel bestand, als deze nog niet is opgeslagen wordt er niks weergegeven.
“notatie”: De tekst die gelijk staan aan de getallen. Als de verwijzing opmaak voor negatieve waarde bevat wordt er het minteken (-) aan het einde van de tekst weergegeven. Als positieve waarden tussen haakjes worden gezet verschijnt achteraan ().
“haakjes”: Als positieve waarden of alle andere waarden tussen haakjes wordt gezet dan geeft hij een 1 weer, anders een 0.
“voorvoegsel”: Het voorvoegsel van de verwijzing. Is de tekst links uitgelijnd dan is een enkel aanhalingsteken (‘) het resultaat. Bij rechtse uitlijning een dubbel aanhalingsteken (“), gecentreerde tekst een caret (^), uitgevulde tekst een backslash (\) en als een verwijzing leeg is wordt er niks weergegeven (“”).
“bescherming”: Als de cel niet is vergrendeld wordt er een 0 weergegeven, als hij wel is vergrendeld een 1.
“rij”: Het rijnummer van de verwijzing.
“type”: De type van de verwijzing. Als de verwijzing leeg is word er een g (leeg) weergegeven, als het een tekstconstante heeft wordt een l (label) weergegeven en als de verwijzing iets anders bevat wordt een w (waarde) weergegeven.
“breedte”: De breedte van de kolom waar de verwijzing in staat.
- Verwijzing: Dit is niet verplicht, maar het is de cel waar je informatie uit wilt ophalen. Als je dit leeg laat wordt de laatst gewijzigde cel gepakt.
Opmerking
- Sommige argumenten bij infotype worden niet ondersteund in Excel Online, Excel Mobile en Excel Starter. Het gaat hierbij om de volgende invoerwaarde: “kleur”, “bestandsnaam”, “notatie”, “haakjes”, “voorvoegsel”, “bescherming” en “breedte”.
Als er als infotype “notatie” is gekozen, kan het resultaat wel eens onduidelijk zijn.
Hieronder staat welke notatie bij welk resultaat hoort.
Notatie | Resultaat |
Standaard | "G" |
0 | "F0" |
#.##0 | "0,0" |
0 | "F2" |
#.##0,00 | ".2" |
#.##0_-; #.##0- | "C0" |
#.##0_-;[Rood] #.##0- | "C0-" |
#.##0,00_-; #.##0,00- | "C2" |
#.##0,00_-;[Rood] #.##0,00- | "C2-" |
0% | "P0" |
0,00% | "P2" |
0,00E+00 | "S2" |
# ?/? of # ??/?? | "G" |
d-m-jj of d-m-jj u:mm of dd-mm-jj | "D4" |
d-mmm-jj of dd-mmm-jj | "D1" |
d-mmm of dd-mmm | "D2" |
mmm-jj | "D3" |
dd-mm | "D5" |
u:mm AM/PM | "D7" |
u:mm:ss AM/PM | "D6" |
u:mm | "D9" |
u:mm:ss | "D8" |
Bijvoorbeeld
In dit voorbeeld mag je in cel A1 het getal 50 typen en vervolgens in B1 de volgende formule zetten:
=CEL(“type”;A2)
Dan krijgen we als uitkomst w, omdat dit het gegevenstype in A1 is. De w staat voor waarde.