Cellen doorvoeren

Als je in Excel een bepaalde lijst aanmaakt waar een logica in zit, kan je deze zelf intypen, maar je kan het ook laten doorvoeren.

Doorvoeren wordt ook wel doorslepen genoemg in Excel, lees op onze Excel kennisbank, hoe doorslepen werkt.

Als je bijvoorbeeld in A1 het getal 1 hebt getypt en in A2 het getal 2, als je dan deze optie activeert weet Excel dat je bedoeld dat in cel A3 het getal 3 moet komen. Dit kan ook met datums.

Het doorvoeren kan op 2 manieren. Ik behandel ze beide zodat je kan kiezen welke je het fijnste vindt.

Via het plusteken

Als je een bepaalde reeks hebt kan je deze selecteren.
Ga dan met je muis naar de rechterbenedenhoek, hier verschijnt
een zwart plusteken. Deze kan je naar beneden slepen waardoor de reeks zich uitbreid.

Via doorvoeren

Je kan het ook via het scherm reeks doen. Selecteer hiervoor cel A1 en ga via het lint, tablad Start naar Doorvoeren(). Klik hierop en kies voor Reeks. Het volgende scherm opent zich:

Geef hier aan of de reeks in dezelfde rij of in dezelfde kolom moet komen (ik kies hier voor Kolommen). Je kan hierbij Lineair aanhouden.
Kies de interval (hoe groot het getal er tussen dient te zijn.

Vervolgens kan je ook nog aangeven met welk getal de reeks dient te eindigen.
Klik op OK en je zult in A1 het getal 1 vinden en A6 het getal 6. Hiertussen in staan natuurlijk de andere getallen.