VDB
De formule VDB berekent de afschrijving van de activa tijdens een opgegeven periode.
Dit gebeurt met de ‘double declining balance’ methode, dit wordt ook wel een dubbele degressieve afschrijving genoemd.
VDB staat voor Variable Declining Balance, dit is de variabele degressieve afschrijving.
Toepassing
=VDB(kosten;restwaarde;duur;begin-periode;einde-periode;[factor];[geen-omschakeling])
- Kosten: De aanschafkosten.
- Restwaarde: De waarde na de afschrijvingen.
- Duur: Aantal termijnen dat er wordt afgeschreven.
- Begin-periode: De eerste termijn.
- Einde-periode: De laatste termijn.
- Factor: De snelheid waarmee je wilt gaan aflossen. Deze optie is niet verplicht, laat je deze leeg dan wordt uitgegaan van 2.
- Geen-omschakeling: Hiermee geef je aan of je wilt overschakelen naar lineaire afschrijving.
WAAR: Hiermee wordt niet overgeschakeld, ookal is de lineaire afschrijving groter dan de afschrijving op degressieve basis.
ONWAAR of leeg: Hiermee wordt er wel overgeschakeld als de lineaire afschrijving groter is dan de afschrijving op degressieve basis.
Bijvoorbeeld
Voor dit voorbeeld kan je de onderstaande tabel kopiëren.
Argument | Gegevens |
Kosten | 5000 |
Restwaarde | 800 |
Duur | 7 |
Begin-periode | 1 |
Einde-periode | 5 |
Factor | 2 |
Geen-omschakeling | ONWAAR |
Hierbij hoort de volgende formule:
=VDB(B2;B3;B4;B5;B6;B7;B8)
Het antwoord bedraagt € 2.641,76.